Hier werd het peperdure linnen bewaakt
De bleijke, ofwel de dorpsbleek, is ontstaan doordat er vroeger niet voldoende helder water in Hengelo was om te bleken. Midden door het dorp liep de Weppelbeek, die goed water bevatte. Waarschijnlijk heeft men die beek verlegd en een gracht gegraven rondom het laaggelegen stuk grasland tussen de Aaltenseweg en de Varsselseweg. Dat is ruim tweehonderd jaar geleden.
Behalve de Hengelose burgerij, gebruikte ook de ‘adel’ uit de naaste omgeving van Hengelo de bleijke om hun prachtige linnengoed te bleken en te drogen. Dit linnen kwam meestal uit Vlaanderen en was van hoge kwaliteit, dus heel wat anders dan het grove goed dat men hier over het algemeen thuis weefde.
Om dat dure linnen wasgoed tegen diefstal te beveiligen liet men in 1750 het z.g.’Bleijkenhuusken’ of bleekhuisje bouwen.
Men bouwde het zo, dat het zeskantig was met een aantal kijkgaten. De bewaker, die tegen een kleine vergoeding toezicht hield, had, ook omdat het huisje midden op de bleek stond, een goed overzicht.
Helaas is dit unieke gebouwtje, dat het in die prachtige omgeving, met dat hoog opgaande geboomte op de achtergrond, zo schitterend deed, in de nacht van 18 op 19 september het slachtoffer van vandalen geworden. Het brandde geheel af.