Geschiedenis van het kerkgebouw
Al in 1217 wordt er melding gemaakt van het kerkgebouw. De huidige Remigiuskerk is gebouwd in de 15e eeuw. Bij de restauratie van de kerk bleek dat de tegenwoordige kerk een voorganger heeft gehad van veel kleinere afmetingen. De kolommen van het middenschip van de huidige kerk bleken te rusten op de fundamenten van twee tufstenen muren met een dikte van 70 cm. Deze muren waren weer gefundeerd op een zwaar, zeer diep reikend fundament van oersteen. Er stond dus eerst een tufstenen zaalkerkje – waarschijnlijk in Romaanse stijl – dat een stuk kleiner was. En wellicht nog daarvoor een houten kerkje, maar daarover valt niets met zekerheid te zeggen.
In de jaren 1439-1440 werd er een nieuw (priester)koor gebouwd. Dit koor werd opgetrokken in de bouwstijl van die tijd: de gotiek, de omhoog strevende spitsbogen-bouwstijl. De 15e eeuw was een economisch redelijk gunstige tijd en bovendien was het een vrij rustige tijd. Veel kerken werden vergroot of verbouwd in die tijd. Toen het nieuwe koor klaar was, viel het oude kerkje daarbij helemaal in het niet. Er moest een nieuwe kerk komen. Deze werd rond 1445 opgetrokken. De kerk kreeg de vorm van een pseudo-basiliek.
Bij de vernieuwde, grote kerk hoorde ook een toren. Deze werd gebouwd in 1456. De klok is in 1635 gegoten door Henrick ter Horst. Bij de staatsregeling van 1798 werd o.a. bepaald dat de kerktorens eigendom werden van de burgerlijke gemeentes. De toren werd in 1953 echter weer teruggegeven aan de kerkvoogdij.